balts
- balts
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘paringsritueel’ voor het eerst aangetroffen in 1938 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | balts | baltsen |
verkleinwoord | - | - |
de balts m
- (seksualiteit) het paargedrag van met name vogels
vervoeging van |
---|
baltsen |
balts
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van baltsen
- Ik balts.
- gebiedende wijs van baltsen
- Balts!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van baltsen
- Balts je?
- Het woord balts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "balts" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "balts" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ balts op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
balts