• bal·ka·ni·seer
vervoeging van
balkaniseren

balkaniseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van balkaniseren
    • Ik balkaniseer. 
  2. gebiedende wijs van balkaniseren
    • Balkaniseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van balkaniseren
    • Balkaniseer je?