bakra
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ba·kra
Woordherkomst en -opbouw
- van Surinaams bakra [1], voor het eerst als Bakkerare voor "Hollanders" opgetekend door Herlein in 1718[2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bakra | bakra's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- blanke Nederlander
- ▸ Die bakra’s gaan er een heel nummertje van maken jongen, want eh, als iedereen naar Suriname kijkt, kijkt er niemand meer naar die Rutte en vergeten ze al die plannen om te bezuinigen.[3]
- ▸ In Suriname waren Nederlanders ver, ver verheven boven de Surinamers. In mijn gedachten waren alle Nederlanders rijk en woonden ze allemaal in grote huizen. Ik kon mijn ogen niet geloven toen die bakra mijn koffer oppakte om hem voor mij te dragen.[4]
Gangbaarheid
- Het woord bakra staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bakra" herkend door:
26 % | van de Nederlanders; |
17 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ bakra op website: Etymologiebank.nl
- ↑ J.D. Herlein, 1718. Beschryvinge van de volk-plantinge Zuriname: vertonende de opkomst dier zelver colonie, de aanbouw en bewerkinge der zuiker-plantagien. Neffens den aard der eigene natuurlijke inwoonders of indianen; als ook de slaafsche Afrikaansche Mooren; deze beide natien haar levens- manieren, afgoden-dienst, regering, zeden, gewoonten en dagelijksche bezigheden. Meindert Injema, Leeuwarden: p. 117. Online: www.archive.org.
- ↑ Weblink bron “‘Straks sturen de bakra’s het leger op Bouta af’” (06/04/2012), HP de Tijd
- ↑ Weblink bron “Max Woiski: van de muziek naar de showbusiness” (28 maart 2011), Het Parool
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Surinaams
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- van Efik of Ibibio (Nigeria) mbakara "Europeaan"; cognaat met gelijkaardige benamingen voor 'blanke man, Europeaan' die wijdverbreid zijn in West-Afrikaanse talen gesproken en de creooltalen van bevolkingsgroepen in de Amerika's van Afrikaanse afkomst, zoals Avikam (Ivoorkust) gbekre, Gullah (Georgia, Florida) buckra, Jamaicaans Patois bakra "blanke" en Guadeloups Creools béké "plantage-eigenaar, afstammeling van Europese kolonisten" [1] [2] [3]
Zelfstandig naamwoord
bakra
Overerving en ontlening
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Lou LichtveldArikaansche resten in de creolentaal van Suriname II in: De West-Indische Gids, jrg. 10 deel 11 (1929), Martinus Nijhoff, 's-Gravenhage, p. 512
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie Udọinyang, Mfọn & K. David Harrison“ (2013), Living Tongues Institute for Endangered Languages op Ibibio Talking Dictionary
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Les Békés en Guadeloupe” op guadeloupe.net