baise
vervoeging van |
---|
baiser |
baise
- eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van baiser
- eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van baiser
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van baiser
baise v
- (spreektaal) het neuken [1]