baggerden
- bag·ger·den
vervoeging van |
---|
baggeren |
baggerden
- meervoud verleden tijd van baggeren
- Wij baggerden.
- Jullie baggerden.
- Zij baggerden.
- Wij baggerden.
- Het woord baggerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.