Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bad·min·ton·we·reld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord badmintonwereld
verkleinwoord badmintonwereldje badmintonwereldjes

Zelfstandig naamwoord

de badmintonwereldv / m

  1. (sport) alles en iedereen die wat met de badmintonsport te maken heeft
     Dat hij opvalt in de badmintonwereld bewijst de uitnodiging uit India. Caljouw speelt in december drie weken lang voor de regerend Indiaas kampioen Hyderabad Hunters. Het levert hem behalve een schat aan ervaring ook 10.000 euro op.[1]
     De All England, die in 1899 voor het eerst gehouden werden, genieten na de Olympische Spelen en de WK de hoogste status in de badmintonwereld. De laatste Nederlander die in Birmingham de halve finales had gehaald, was Mia Audina in 2006.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Geen A-status, wel lucratief Indiaas avontuur voor badmintonner Caljouw” (12-10-2018), NOS
  2.   Weblink bron “Badmintonner Caljouw strandt in halve finale England Open, houdt zicht op Spelen” (20-03-2021), NOS