Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bad·mat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord badmat badmatten
verkleinwoord badmatje badmatjes

Zelfstandig naamwoord

badmat v/m [1]

  1. een kleedje in de badkamer dat ervoor zorgt dat je niet uitglijdt over de (natte,) gladde tegels
    • Deze week start de workshop Afrika Flexibel. Tijdens deze activiteit gaan kinderen en hun (groot)ouders zelf aan de slag met rubber en geven ze het materiaal een tweede leven; maak een tasje, voetbal, ketting, bal of badmat. [2] 
    • Het douchen vergt enige routine, dat wil zeggen routine bij de thuiszorg mevrouw. Ventilator in de douche aanzetten, stoeltje uitklappen en een badmat neerleggen. In de douchecel zitten geen antislip tegels. De douche zet ik graag zelf aan. Tegen de tijd dat ik in een rolstoel zit kan dat altijd nog voor me worden gedaan. Dan kan het grote douchen beginnen. [3] 
    • Nieuwe accessoires zoals een leuke badmat, een mooi (spiegel)kastje of handdoeken in een mooie kleur kunnen het cachet van je badkamer helemaal veranderen. [4] 
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Telegraaf 24 jul. 2014 Kunst van recyclen
  3. De Telegraaf 12 dec. 2013 i Thuiszorg
  4. De Standaard 21/02/2013 om 13:47 door jnwr Meer harmonie in de slaapkamer
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be