Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·by·face
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord babyface babyfaces
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de babyfacem

  1. iemand met een rond, glad en expressief gelaat als van een jong kind
    • De Tsjech onderscheidt zich door een bijzondere stijl. „Hij is enorm gepassioneerd, krijst en schreeuwt als hij klimt. Dat gaat echt door merg en been.” Uiterlijk lijkt hij geen killer maar dat is volgens Berkien schijn. „Hij heeft een beetje het imago van een knulletje met de babyface. Maar stiekem zal hij het prachtig vinden om nu binnen een paar weken te doen waar die twee Amerikanen jaren voor nodig hadden.”[2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. babyface op website: Etymologiebank.nl
  2. NRC Maarten Scholten 25 november 2016
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be