avondmaalt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: avondmaalt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- avond·maalt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
avondmalen |
avondmaalt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van avondmalen
- Jij avondmaalt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van avondmalen
- Hij avondmaalt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van avondmalen
- Avondmaalt!