Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·dio·toe·ris·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord audiotoerisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het audiotoerismeo

  1. lopen met een koptelefoon door een museum of andere toeristische attractie
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie