vervoeging van
atravesar

atraviese

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van atravesar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van atravesar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van atravesar