1. De atoomfabriek van Urenco   in Almelo.
  • atoom·fa·briek
enkelvoud meervoud
naamwoord atoomfabriek atoomfabrieken
verkleinwoord - -

de atoomfabriekv

  1. (bedrijf) plaats waar splijtstof voor kerncentrales of kernwapens wordt gemaakt
     Kang Myong-do vertelde op een persconferentie zelfverzekerd en ontspannen, dat hij uit opmerkingen van het hoofd van de atoomfabriek te Yongbyon in oktober afgelopen jaar had begrepen dat Pjongjang over vijf atoombommen beschikte.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron Noord-Korea heeft volgens overloper vijf atoombommen in: De Telegraaf  , jrg. 102 nr. 33118 (28 juli 1994), Dagblad De Telegraaf, Amsterdam, p. 9 kol. 8