atonaal
- ato·naal
- In de betekenis van ‘niet in een bepaalde toonaard gecomponeerd’ voor het eerst aangetroffen in 1918 [1]
- Afgeleid van tonaal met het voorvoegsel a-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | atonaal | atonaler | atonaalst |
verbogen | atonale | atonalere | atonaalste |
partitief | atonaals | atonalers | - |
atonaal
- (muziek) zonder overheersende tooncentra, zoals een tonica of dominant
- De atonale muziek werd met name in de tweede helft van de twintigste eeuw geschreven.
1.
- Het woord atonaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "atonaal" herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "atonaal" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be