Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aten op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opeten

aten (…) op

  1. meervoud verleden tijd van opeten
    • Wij aten op. 
    • Jullie aten op. 
    • Zij aten op. 

Gangbaarheid