admiraalsvlinder - atalanta
  • ata·lan·ta
  • In de betekenis van 'vlinder' voor het eerst aangetroffen in 1767 [1]
  • uit het Grieks [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord atalanta atalanta's
verkleinwoord

de atalantav / m [3]

  1. (vlinders) bepaalde soort vlinder, Vanessa atalanta  
    • Vlinders zijn de grote winnaars van de hete nazomer. En paddestoelen hebben het meest onder het warme weer te lijden. Dat blijkt uit een rondgang langs verschillende natuurorganisaties. Het warme weer lokt vlinders als de atalanta, gehakkelde aurelia en dagpauwoog uit hun overwinteringsplaatsen. Doordat eitjes, rupsen en poppen zich bij hogere temperaturen sneller ontwikkelen, kan een extra generatie uitvliegen. De dagpauwoog piekt normaal in augustus, maar de Vlinderstichting maakt nu melding van een tweede, grotere septembergolf. In sommige tuinen zitten tientallen dagpauwogen bij elkaar.[4] 
47 % van de Nederlanders;
31 % van de Vlamingen.[5]