atactisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- atac·tisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | atactisch | atactischer | |
verbogen | atactische | atactischere | |
partitief | atactisch | atactischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
atactisch [2]
- onregelmatig, onbeheerst
- (scheikunde) (van een polymeer) onregelmatig verdeelde R-groepen hebbend
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord atactisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "atactisch" herkend door:
46 % | van de Nederlanders; |
46 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ atactisch op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be