Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • asiel·recht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord asielrecht
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

asielrecht [1]

  1. (juridisch) wetgeving rond het verlenen en verkrijgen van asiel
     De minister-president van Beieren, Horst Seehofer (CSU) denkt dat zijn plan de acceptatie bevordert: "De verhoudingen tussen bevolking en vluchtelingen kunnen we alleen verbeteren als we laten zien dat we misbruik van het asielrecht niet accepteren."[2]
     Sommige oppositiepartijen reageren ook kritisch op de uitspraken van Zijlstra. GroenLinks vindt dat VVD na het asielrecht, nu ook de "mensenrechten bij de vuilnis" zet. GroenLinks-leider Van Ojik wil tijdens het Vragenuurtje opheldering van premier Rutte. "Ik wil weten wat de gevolgen zijn van deze uitspraken voor het kabinetsbeleid."[3]
  2. het recht op bescherming in een ander land dan waar de vervolging plaatsvindt

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Beieren gaat Oost-Europese asielzoekers apart opvangen” (Woensdag 22 juli 2015, 12:16), NOS
  3.   Weblink bron “PvdA: VVD mag dictators niet toestaan” (Zaterdag 28 maart 2015, 14:20), NOS