Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·ti·fi·ci·e·le

Bijvoeglijk naamwoord

artificiële

  1. verbogen vorm van de stellende trap van artificieel
     Boven de rand van de artificiële Nijl doken de hoofden van Max en Dennis gelijktijdig op.[1]


Gangbaarheid

Verwijzingen