vervoeging van
arrebujar

arrebujaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van arrebujar
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van arrebujar
vervoeging van
arrebujarse

arrebujaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van arrebujarse
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van arrebujarse