Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • a·rra·sar
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
arrasar
arrasaba
arrasado
volledig

Werkwoord

arrasar

  1. onovergankelijk opklaren (van de hemel)
  2. overgankelijk vernietigen, verwoesten (met de grond gelijk maken)
  3. nivelleren, gelijk maken
  4. kaalvreten (van dieren)
  5. tot aan de rand vullen

Verwijzingen