archifoneem

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  archifoneem    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ar·chi·fo·neem

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van foneem met het voorvoegsel archi-

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	archifoneem	archifonemen
verkleinwoord	archifoneempje	archifoneempjes

Zelfstandig naamwoord

het archifoneem o

1. (taalkunde) een fonetisch element dat meerdere fonemen vertegenwoordigt die in een bepaalde fonologische context dezelfde oppervlaktevorm hebben

   • Fonemen die aldus slechts verschillen in het al of niet bezitten van één bepaalde relevante eigenschap, kan men beschouwen als varianten van een ander foneem, dat al de gemeenschappelijke kenmerken bezit. Dit noemt men het archifoneem van beide. 

Verwante begrippen

• allofoon, foneem

Vertalingen

    1. een fonetisch element dat meerdere fonemen vertegenwoordigt die in een bepaalde fonologische context dezelfde oppervlaktevorm hebben   

Bretons: arc'hfonem (br) Duits: Archiphonem (de) o

Engels: archiphoneme (en) Frans: archiphonème (fr) m

Gangbaarheid

• Het woord 'archifoneem' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.