Zweeds

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Middelnederduitse zelfstandige naamwoord Arbeit
Naar frequentie 733
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   arbete     arbetet     arbeten     arbetena  
genitief   arbetes     arbetets     arbetens     arbetenas  

Zelfstandig naamwoord

arbete, o

  1. (economie) arbeid
  2. (natuurkunde) arbeid
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen