appelpannenkoek
- ap·pel·pan·nen·koek
- samenstelling van appel en pannenkoek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | appelpannenkoek | appelpannenkoeken |
verkleinwoord | appelpannenkoekje | appelpannenkoekjes |
de appelpannenkoek m
- (voeding) een pannenkoek met appel
- Kinderen vinden een appelpannenkoek vaak heel lekker.
- Het woord 'appelpannenkoek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.