vervoeging van
aplaudir

aplauda

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van aplaudir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van aplaudir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van aplaudir