aperitief
- ape·ri·tief
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘drank voor de maaltijd’ voor het eerst aangetroffen in 1895 [1]
- uit het Frans [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aperitief | aperitieven |
verkleinwoord | aperitiefje | aperitiefjes |
- een eetlust opwekkende alcoholische drank die voor de maaltijd genuttigd wordt
- Na het aperitief zullen we de maaltijd serveren.
1. een eetlust opwekkende alcoholische drank die voor de maaltijd genuttigd wordt
- Het woord aperitief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aperitief" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "aperitief" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ aperitief op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be