Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·ti·se·miet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord antisemiet antisemieten
verkleinwoord antisemietje antisemietjes

Zelfstandig naamwoord

de antisemietm

  1. iemand die een hekel heeft aan joden
     Wat misschien een beetje vreemd overkwam, omdat er door iedereen zo naar uit was gekeken, zowel door de antisemieten als door de joden zelf.[2]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. antisemiet op website: Etymologiebank.nl
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044625691
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be