annuïtair

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  annuïtair    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• an·nuï·tair of an·nu·itair

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van het Latijnse annus en met het achtervoegsel -air

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	annuïtair	annuïtairder	annuïtairst
verbogen	annuïtaire	annuïtairdere	annuïtairste
partitief	annuïtairs	annuïtairders	-

Bijvoeglijk naamwoord

annuïtair

1. op basis van annuïteiten

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord annuïtair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.