annalen
- an·na·len
- alleen meervoud, van Latijn annalen, in de betekenis van ‘jaarboeken’ voor het eerst aangetroffen in 1553 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | annalen |
verkleinwoord | - | - |
- geschiedkundig verhaal van gebeurtenissen van jaar voor jaar op summiere en strikt chronologische wijze
- geschiedenis in het algemeen
- Het woord annalen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "annalen" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "annalen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ annalen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Hoe overleef ik de moderne wereld” (2022), Atlas Contact , ISBN 9789045045979
- ↑ Victoria Holt“Minnares van de duivel” (1982), Saga, ISBN 9788726484731
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be