anjer

Nederlands

Tuinanjer (Dianthus caryophyllus)

Uitspraak

• Geluid:  anjer    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• an·jer

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘plantengeslacht’ voor het eerst aangetroffen in 1554

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	anjer	anjers
verkleinwoord	anjertje	anjertjes

Zelfstandig naamwoord

de anjer v / m

1. (plantkunde) Dianthus , een geslacht van bloemplanten uit de anjerfamilie
2. (plantkunde) een plant uit het geslacht Dianthus
3. (plantkunde) de bloem van een plant uit het geslacht Dianthus

Hyperoniemen

• anjerfamilie, zaadplanten, bedektzadigen, landplanten, planten

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• alpenanjer, bosanjer, Chinese anjer, duizendschoon, grasanjer, kartuizer anjer, prachtanjer, rotsanjer, ruige anjer, steenanjer, tuinanjer

Verwante begrippen

• rode pekanjer, slanke mantelanjer

Hyponiemen

• heianjer, heideanjer, mantelanjer, margrietanjer, pekanjer, pikanjer, potanjer, zandanjer

Afgeleide begrippen

• anjerfamilie
• Afrikaanse anjerbladroller, anjelier, anjerappel, anjerblad, anjerbladroller, anjergeur, anjerkrans, anjermot, anjerperk, Anjerrevolutie, anjersoort, anjersteen, anjervlieg

Vertalingen

    1.   

Bulgaars: каранфил (bg) m Deens: nellike (da) Duits: Nelke (de) v Engels: carnation (en) Frans: oeillet (fr) m Italiaans: dianto (it) m, garofano (it) m

Papiaments: klabel Pools: goździk (pl) Spaans: clavel (es) m Turks: karanfil (tr) Zweeds: nejlika (sv)

Gangbaarheid

• Het woord anjer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "anjer" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
95 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] anjer in het Nederlands Soortenregister N
• [1] anjer op Wikidata