Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • am·bi·va·len·te

Bijvoeglijk naamwoord

ambivalente

  1. verbogen vorm van de stellende trap van ambivalent


Frans

Bijvoeglijk naamwoord

ambivalente

  1. vrouwelijk enkelvoud van ambivalent


Spaans

  enkelvoud meervoud
mannelijk ambivalente ambivalentes
vrouwelijk ambivalente ambivalentes

Bijvoeglijk naamwoord

ambivalente

  1. ambivalent