amarres
- tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van amarrer
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van amarrer
amarres
- aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van amarrar
- gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van amarrar