• alu·mi·ni·um·fa·briek
enkelvoud meervoud
naamwoord aluminiumfabriek aluminiumfabrieken
verkleinwoord aluminiumfabriekje aluminiumfabriekjes

de aluminiumfabriekv

  1. (industrie) fabriek waar men met behulp van elektrische stroom aluminium wint uit aluinaarde
     Want als ze er ergens van balen dat ze niet kunnen surfen, is het blijkbaar in Wales. Dus bouwen ze daar een kunstmatig surfstrand, in een oude aluminiumfabriek. Er komt een enorm golfslagbad, waar ervaren surfers ieder uur 13 perfecte surfgolven voorgeschoteld krijgen. Die zijn zo'n twee meter hoog. Er komt ook een beginnersmeertje.[2]
     Aandeelhouder Gary Klesch van de failliete Groningse aluminiumfabriek Aldel zegt dat binnen vier tot zes weken een besluit moet vallen over een doorstart. Anders zijn alle klanten weggelopen. Het kabinet moet dan wel snel de energieprijs verlagen, vindt hij.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Wales is het Hawaï van Groot-Brittannië” (Zondag 13 juli 2014, 12:33), NOS
  3.   Weblink bron “Klesch wil niet blijven bijpassen” (Donderdag 9 januari 2014, 17:14), NOS