Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ak·ker·hom·mel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord akkerhommel akkerhommels
verkleinwoord akkerhommeltje akkerhommeltjes

Zelfstandig naamwoord

de akkerhommelv / m

  1. (vliesvleugeligen) Bombus pascuorum   een hommel en behoort tot de vliesvleugeligen (Hymenoptera). De soort is in Nederland en België zeer algemeen en heeft een oranje-bruin gekleurd borststuk en een bruin- tot geelrood gekleurde achterlijfspunt. Deze hommel is zeer vriendelijk en zal niet gauw steken. In het Westen van Nederland heeft deze hommel een verder zwart achterlijf. Bij deze hommels is vaak een driehoekig zwart veld op de bovenzijde van het borststuk te zien. Exemplaren in het midden en oosten van Nederland hebben overwegend een gelig of grijs gekleurd achterlijf en kunnen makkelijk verward worden met de gele hommel of de moshommel, maar vooral met de heidehommel. Er worden echter ook tussenvormen gevonden
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie