vervoeging van
ajourer

ajoure

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van ajourer
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van ajourer
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van ajourer