vervoeging van
agresser

agresse

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van agresser
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van agresser
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van agresser