vervoeging van
agiter

agites

  1. tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van agiter
  2. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van agiter


vervoeging van
agitar

agites

  1. aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van agitar
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van agitar