afzweven
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·zwe·ven
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af bw en zweven ww
Werkwoord
afzweven [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afzweven |
zweefde af |
afgezweefd |
zwak -d | volledig |
- ergens vandaan zweven
- naar beneden zweven
Gangbaarheid
- Het woord 'afzweven' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afzweven" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be