afzwenken
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·zwen·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af bw en zwenken ww
Werkwoord
afzwenken [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afzwenken |
zwenkte af |
afgezwenkt |
zwak -t | volledig |
- van richting veranderen
- Zeker mogen er in onze dichtbevolkte regio geen landings- of opstijgbanen bijkomen. Wij verwerpen de gevraagde verlenging van baan 25 L, die het mogelijk zou moeten maken vliegtuigen ook in westelijke richting te doen opstijgen, met onmiddellijk afzwenken naar het zuiden. [2]
- De minister wil tevens bewijzen dat de regering niet plots naar links zal afzwenken als hij premier wordt. Hoe groter de woede van de linkervleugel van Labour, hoe beter Browns imago bij de gemiddelde Brit in het politieke centrum. [3]
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord afzwenken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afzwenken" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Standaard 07 NOVEMBER 1998 Danny BLOCKMANS, Zaventem zoals wij het willen
- ↑ De Standaard 26 JUNI 2006 (esn) Gordon Brown zet atoomwapen in tegen links Labour
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be