• af·weer·ap·pa·raat
enkelvoud meervoud
naamwoord afweerapparaat afweerapparaten
verkleinwoord afweerapparaatje afweerapparaatjes

het afweerapparaato

  1. (biologie) het orgaansysteem dat een organisme beschermt tegen infecties
  2. toestel dat ergens tegen beschermt
     In de Woolderes heeft bijna iedereen er last van. Kabels, isolatie en slangen van auto’s worden aangevreten. Ik heb een rek met kippengaas onder de auto liggen en een afweerapparaat laten monteren, maar toch komen ze er nog in.[1]
  1.   Weblink bron “Steenmarters laten spoor van vernieling na” (06-08-2014), Tubantia