afdokken

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  afdokken    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈɑvdɔkə(n) / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• af·dok·ken

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  af bw  en  dokken ww 

Werkwoord

afdokken

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
afdokken	dokte af	afgedokt
zwak -t	volledig

1. met tegenzin en onder dwang geld moeten betalen

   • Dat financieel kortwieken blijft niet zonder gevolgen, vreest ook Lieven Boeve, de topman van het katholiek onderwijs. ‘Iedereen gaat het voelen, zeker na het opsouperen van de laatste reserves. En met iedereen bedoel ik vooreerst de leerkrachten, die als deelnemers soms de volle pot mogen afdokken, terwijl vroeger de netten en de scholen nog bijsprongen.  
   • Op veel festivals is wassen en/of douchen een beproeving. Aanschuiven en afdokken om in een donker hokje onder een ijskoude kraan te staan: geen wonder dat veel festivalgangers de persoonlijke hygiëne een paar dagen op een laag pitje zetten. Hier niet: op Sziget zijn er veel gratis douches, in ruime tenten, 24 uur per dag doorlopend open en (met een beetje geluk) lauwwarm water.  
   • De miljonairstaks van de PVDA kent drie tariefschijven, van 1 tot 3 procent. Als we dat even toepassen op de Belgische miljonairspopulatie zoals die eruitziet na de bierviltjesberekening, dan krijgen 88.200 huis-, tuin- en keukenmiljonairs een jaarlijkse aanslag tussen 0 en 100.000 euro. De 8.820 middenmoters moeten maximaal 850.000 euro afdokken. En de groep daarboven, een kleine duizend man, zit dus al snel boven het miljoen. De leden van de brouwersdynastieën De Spoelberch, De Mévius en Vandamme, die volgens de website derijkstebelgen.be goed zijn voor 52.807.152.000 euro, zouden gezamenlijk ruim 1,5 miljard euro moeten afdragen volgens het PVDA-voorstel.  

Synoniemen

• betalen, dokken, afschuiven, afdoppen

Gangbaarheid

• Het woord afdokken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afdokken" herkend door:

65 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.