adressering
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: adressering (hulp, bestand)
Woordafbreking
- adres·se·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van adresseren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | adressering | adresseringen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de adressering v
- het adresseren
- wijze waarop een poststuk enz. geadresseerd is
- (informatica) wijze van adresseren van een geheugenplaats in een computer
Afgeleide begrippen
- adresseringsysteem
- [3] indirecte adressering, absolute adressering, directe adressering, relatieve adressering
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord adressering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.