vervoeging van
administrer

administre

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van administrer
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van administrer
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van administrer
vervoeging van
administrar

administre

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van administrar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van administrar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van administrar