Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • adel·lyk

Bijvoeglijk naamwoord

adellyk

  1. verouderde spelling of vorm van adellijk vanaf 1844 tot 1864 in België
     Was misschien het toezicht over het adellyk vrouwengesticht zyner moederstad aen hem toevertrouwd?[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron Numismatiek. in:
    C.P. Serrure (red.)
    Vaderlandsch museum voor Nederduitsche letterkunde, oudheid en geschiedenis (Eerste deel). (1855), C. Annoot-Braeckman, Gent, p. 259