• ade·la·tief
enkelvoud meervoud
naamwoord adelatief adelatieven
verkleinwoord adelatiefje adelatiefjes

adelatief

  1. (grammatica) een naamval die voorkomt in een taal als Lezgi en die uitdrukt wat in het Nederlands gewoonlijk met weg van bij of vanaf uitgedrukt wordt: een beweging die de directe omgeving van iets anders verlaat