accomplis
vervoeging van |
---|
accomplir |
accomplis
- eerste en tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van accomplir
- eerste en tweede persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van accomplir
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van accomplir
- mannelijk meervoud voltooid deelwoord (participe passé) van accomplir