• ac·cep·tant
enkelvoud meervoud
naamwoord acceptant acceptanten
verkleinwoord acceptantje acceptantjes

de acceptantm

  1. een persoon die een wissel accepteert
  2. (beroep) iemand die werkt voor een verzekeringsmaatschappij en daar belast is met het aannemen van verzekeringen
85 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[3]


acceptant

  1. tegenwoordig deelwoord (participe présent) van accepter