vervoeging van
acalambrar

acalambraba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van acalambrar
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van acalambrar
vervoeging van
acalambrarse

acalambraba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van acalambrarse
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van acalambrarse