Spaans

Werkwoord

vervoeging van
acaecer

acaeciese

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van acaecer (modo subjuntivo/aanvoegende wijs)
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van acaecer (modo subjuntivo/aanvoegende wijs)