vervoeging van
aburrarse

aburras

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van aburrarse
vervoeging van
aburrir

aburras

  1. aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van aburrir
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van aburrir