vervoeging van
aburrarse

aburra

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van aburrarse
vervoeging van
aburrir

aburra

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van aburrir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van aburrir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van aburrir